Interviewreeks een gezonde toekomst voor brabant

carolien vlaar

Ontwikkelaar Ballast Nedam Development

In Nederland groeien steeds meer initiatieven om de gezondheid en leefbaarheid van gemeenschappen te verbeteren. Eén van die initiatieven is het Blue Zones-concept, dat de basis vormt voor de nieuwe Utrechtse stadswijk Cartesius, een project van ontwikkelaars Ballast Nedam Development en MRP. Carolien Vlaar, ontwikkelaar bij het vooruitstrevende project voor ruim drieduizend woningen, vertelt over de invloed van Blue Zones en waarom Ballast Nedam Development deze filosofie omarmt: “Wij geloven in een heldere visie en de kracht van een gezonde leefomgeving voor jong en oud.”

Bouwen volgens de kracht van Blue Zones

‘Blue Zones’ zijn gebieden, verspreid over de hele wereld, waar mensen uitzonderlijk oud worden. Gezond eten, veel bewegen en een duidelijke zin in het leven blijken wezenlijk bij te dragen aan een gezond, langer en gelukkiger leven. Ook sociale cohesie is cruciaal. “De bewoners van deze gebieden zijn verbonden door sociale relaties, familiebanden en een diep gevoel van saamhorigheid. Deze relaties werken als emotioneel vangnet en stimuleren een actieve betrokkenheid bij de gemeenschap. Wat tegelijkertijd een preventieve werking heeft tegen eenzaamheid – een probleem dat jong en oud treft.” De inzichten uit deze gebieden vormen de inspiratie voor projecten zoals die van Ballast Nedam Development.

“Binnen het project Cartesius hebben we ervoor gekozen de theorie van de Blue Zones te omarmen en te kijken hoe we die kunnen toepassen op het gedrag van toekomstige bewoners”, legt Carolien Vlaar uit. Het gaat dus verder dan alleen het ontwerpen en bouwen van woningen. Bewoners worden gemotiveerd en geactiveerd om keuzes te maken die passen bij het gezond en gelukkig (samen)leven in de wijk. De inzet richt zich op drie niveaus: gebied, gebouw en gebruiker. “Het moet in alle lagen aanwezig zijn om succesvol te zijn. En daarbij moeten jong en oud zich erin thuis voelen.”

De drie niveaus

Op gebiedsniveau zet het project in op aspecten zoals autoluwe straten, groene ruimtes en voorzieningen die bewoners uitnodigen om in beweging te komen: sportveldjes, speelplaatsen en andere ontmoetingsplekken. Ook is er aandacht voor het voorkomen van hittestress door de toepassing van groen en lichte materialen. “We werken daarvoor met de 300-30-3-regel waarmee we kunnen zien of er genoeg groen en bomen zijn in de stad voor een gezonde leefomgeving.” Ook wordt het parkeren gecentraliseerd in parkeergarages, zodat de openbare ruimte meer ruimte biedt aan voetgangers en fietsers. Goed ook voor de beweging, en de sociale contacten onder de bewoners.

De 300-30-3-regel

Met de 300-30-3-regel, een richtlijn uit het Blue Zones-concept, wordt gemeten of er voldoende groen aanwezig is voor een gezonde leefomgeving. Deze regel houdt in dat iedere bewoner 300 bomen in zijn/haar omgeving kan zien, dat 30% van het gebied groen is en dat elke bewoner maximaal 3 minuten van een groen gebied woont. Deze aanpak draagt bij aan zowel een prettige leefomgeving als het fysieke en mentale welzijn van de bewoners.

Op gebouwniveau zorgt het projectteam voor voldoende groen rondom de woningen, met de verleiding voor bewoners om een ommetje te maken of gezamenlijke moestuinen aan te leggen. “We willen dat de leefomgeving uitnodigt tot sociale interactie, gezond eten en beweging,” legt Vlaar uit. Een mooi voorbeeld is het plaatsen van bankjes in de openbare ruimte. “In Nederland staan bankjes vaak naast elkaar en niet tegenover elkaar, waardoor je elkaar niet aankijkt. Wij willen dat anders aanpakken, zodat ontmoetingen en gesprekken gestimuleerd worden.” In een samenleving waar mensen zich soms anoniem of geïsoleerd voelen, kan een op ontmoeting ingerichte woonomgeving bijdragen aan een sterkere gemeenschap.

Begin 2026 worden de eerste huizen opgeleverd. Hoe betrek je de toekomstige bewoners als ze nog niet in de wijk wonen? “We hebben een omgevingsmanager die in het gebied aanwezig is en we betrekken de mensen die al rond het gebied wonen bij initiatieven. Ook hebben we onze toekomstige bewoners uitgenodigd voor activiteiten in de buurt. Zo creëren we samen een levendige en betrokken community.”

Monitoring

Samen met kennisinstellingen en een Living Lab Manager onderzoekt Cartesius CV hoe technologie kan worden ingezet om bewegingen te monitoren en stimuleren. “We kunnen straks bijvoorbeeld bewoners sensoren meegeven op vrijwillige basis om te kijken hoe zij zich door de wijk verplaatsen,” licht Vlaar toe. “Het gaat om meten en leren. Wat werkt wel en wat kan beter?” Jongeren krijgen daarbij specifieke aandacht, zowel vanuit hun fysieke als hun mentale gezondheid. “We denken dat elementen van het Blue Zones-concept – zoals veel groen, plekken om elkaar te ontmoeten, ruimte voor fietsers en activiteiten om gezond te blijven – jonge mensen motiveren. Maar we laten ook ruimte letterlijk open zodat de nieuwe jonge bewoners zelf kunnen bepalen wat ze met die plek willen.”

Innovatieve aanpak

Om dit alles mogelijk te maken, werkt Cartesius CV nauw samen met partners zoals de gemeente, de GGD, Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht en het RIVM. Deze partners helpen bij het ontwikkelen, monitoren en evalueren van de gezondheidsdoelstellingen. “We trekken partners met de juiste expertise naar ons toe, zodat we gezamenlijk kunnen optrekken om een gezonde en leefbare wijk te realiseren.”

Volgens Vlaar brengt het werken volgens het Blue Zones-concept geen extra economische uitdagingen met zich mee. “Het is niet duurder dan een traditioneel project van dezelfde schaal,” legt ze uit. Wat het project wél vraagt, is een innovatieve aanpak en integrale samenwerking om tot een succesvol resultaat te komen. “Hierdoor ontstaat een inclusieve wijk waarin iedereen zich thuis kan voelen,” benadrukt ze. “We streven ernaar mensen aan te trekken die niet alleen al in het concept geloven, maar ook diegenen die onbewust gestimuleerd worden tot een gezonde levensstijl.”

Kernwaarden

Met Carolien Vlaar heeft Cartesius de ideale aanjager; het Blue Zones-concept is voor haar veel meer dan alleen werk. “Het zit heel diep in mijn eigen kernwaarden,” vertelt ze. “Ik heb zelf een moestuin en zet me graag in voor de buurt en ouderen en jongeren in mijn omgeving. Dit project past daarom perfect bij mij. Het geeft mij energie om te zien hoe we samen met bewoners en partners werken aan een wijk die echt een thuis voor het leven wordt voor iedereen.”

Doel is een omgeving die mensen stimuleert om gezond en sociaal te leven. “We willen een voorbeeld zijn voor andere ontwikkelaars en laten zien dat het mogelijk is om een gezonde leefomgeving te creëren. Uiteindelijk is dat onbetaalbaar.”

Het verhaal van Carolien is onderdeel van de verkenning van de Young Professionals Brabant naar een Gezonde Toekomst voor Brabant. In een reeks interviews laten ze echte gamechangers aan het woord. Wat was de aanpak? Wat zijn succesfactoren en sleutelmomenten? Welke lessen helpen antwoord te vinden op de vraag hoe we een gezonde toekomst voor jongeren realiseren? De interviews bieden aanknopingspunten voor een koers naar een gezonde toekomst. In het eerste kwartaal van 2025 leveren de Young Professionals Brabant een digitale inspiratiegids op 

Interviewreeks

Tweewekelijks publiceren we de verhalen op onze site en op LinkedIn.

Lees hier de publicaties:

MAIT helpt jongeren uit de schulden: ‘we bieden perspectief én menselijkheid’

‘Samen tegen eenzaamheid: hoe Avondje Uit jongeren bij elkaar brengt’

Meer informatie over het traject Een gezonde Toekomst: ebuwalda@brabantadvies.com