Koos van der Velden
Voorzitter Brabants Kennisnetwerk Zoönosen en lid Provinciale Raad Gezondheid / Emeritus Hoogleraar Public Health, Radboudumc
Brabantse actieagenda nodig voor aanpak van zoönoserisico’s
Professor Koos van der Velden is emeritus-hoogleraar public health aan de Radboud Universiteit in Nijmegen met als bijzonder aandachtsgebied infectieziektebestrijding. Ook heeft hij veel ervaring met de internationale vergelijking en de versterking van gezondheidssystemen.
Twee zware infectieziekte-uitbraken (Q-koorts en Covid-19: beiden zoönosen) hebben Brabant zwaarder getroffen dan welke andere provincie. Een eerste keer kan nog pech zijn, maar bij een tweede keer ga je toch denken ‘spelen er geen bijzondere zaken in de provincie?’. Eén ding is zeker: er wonen in Brabant meer mensen en dieren per km2 dan in de drukst bevolkte provincie van China. Juist dat kan al een recept zijn voor nieuwe uitbraken. Maar het probleem is breder dan de veehouderij. Het in 2021 uitgekomen rapport ‘Zoönosen in het vizier’ bevestigt dat het risico op zoönosen in heel Nederland is toegenomen. Zo worden levende dieren vaker en over langere afstanden vervoerd (neem bijvoorbeeld de grootschalige illegale handel in puppy’s), maar ook veranderingen in de leefomgeving kunnen de kans op een zoönosebesmetting vergroten. Denk aan meer groen in de stad, meer ruimte voor water, en kinderopvang of recreatie op agrarische bedrijven. Ook klimaatverandering en verlies van biodiversiteit hebben grote impact. Daardoor wordt bijvoorbeeld de tijgermug, die verschillende ziektes kan overdragen, steeds vaker aangetroffen in Nederland.
We zullen nieuwe wegen moeten bewandelen en één daarvan is een regionale One Health aanpak, waarbij lokale spelers en dus ook de provincie meer in beeld komen. Niet alleen door zoönoserisico’s mee te wegen bij stedelijke ontwikkeling, de inrichting van het landelijk gebied en de transitie van de landbouw, maar ook als het gaat om bijvoorbeeld zoönosegeletterheid kan de provincie faciliteren, kennis delen en regie nemen. Als nieuwe voorzitter van het Brabants Kennisnetwerk Zoönosen (BKZ) en lid van de Provinciale Raad Gezondheid (PRG) wil ik hieraan bijdragen. Ik heb veel ervaring met grote uitbraken en aanpak van infectieziekten hier en ver weg. Ik was lang betrokken bij onderzoek en de aanpak van zoönosen, eerst vooral rond influenza op Europees niveau later vooral rond de Q-koortsproblematiek in Brabant. Zoönosen zullen ons ook in de nabije toekomst blijven overkomen en daar moeten we beter op zijn voorbereid. Het op regelmatige basis uitwisselen van kennis en ervaringen tussen de BKZ-leden blijft daarom van groot belang.
In mijn onderzoek rond zoönosen plaats ik de gezonde of zieke mens in een al dan niet gezond ecologisch systeem. Die context is cruciaal om het probleem van zoönosen te boven te komen. De immense naweeën van de Q-koorts en nu ook van Covid-19 hebben mij daarin alleen maar gesterkt. Bij beide uitbraken zitten we in hetzelfde schuitje. In de Q-koorts-periode raakten veel mensen hun baan kwijt en zijn daarbij niet altijd even goed geholpen. Ze moesten het zelf maar uitzoeken en kwamen daardoor in een treurig isolement terecht. Als ik kijk naar de coronacrisis in Brabant dan zien we opnieuw dat veel mensen langdurig zowel lichamelijke als psychische klachten zullen behouden na een infectie. Ook een milde coronavariant blijkt te kunnen leiden tot ernstige en lang aanhoudende gezondheidsproblemen. We constateren dat het aantal meldingen van post-Covid-patiënten daardoor ook nu nog onverminderd groot is. Daaronder valt wederom een aanzienlijk deel van de werkende bevolking.
Het mooie van het BKZ is dat het een verzameling experts uit de humane, veterinaire en milieusector bijeenbrengt met de drive om mens-, dier- en milieugezondheid (One Health) te beschermen en nieuwe zoönosen zoveel als mogelijk te voorkomen. Onze next step is te komen tot een Brabantse Actieagenda die een nieuwe pandemie van elk nieuw zoönose moet kunnen vermijden. Daarbij hebben veel partijen een rol te spelen: huisartsen, dierenartsen, bedrijfsartsen en medisch specialisten als het gaat om diagnostiek en het vergroten van bewustzijn, GGD’en voor voorlichting en signalering, gemeenten voor een gezonde inrichting van stedelijk en landelijk gebied, de agrarische sector voor het beheersen van zoönoserisico’s in de veehouderij, de provincie en veiligheidsregio’s voor crisisbeheersing en risicocommunicatie, en opleidingen voor het trainen van deskundige professionals, om maar wat te noemen. Met al deze partijen rond de tafel moet het ons lukken om de aanpak van zoönoserisico’s in Brabant naar een hoger niveau te tillen. Al was het maar om ervoor te zorgen dat Brabant niet de kraamkamer van de volgende pandemie zal zijn.
Voor meer informatie over het Brabants Kennisnetwerk Zoönosen (BKZ): neem contact op met Kirsten Baken, secretaris van het BKZ.
Delen: