BLOGREEKS brabant STERKER UIT DE CORONACRISIS

pieter van geel

Voorzitter Provinciale Raad voor de Leefomgeving Brabant

Kwaliteitsdenken is leidend bij ruimtelijke inrichting

In Brabant leven we met 2,7 miljoen mensen op 4.000 km2. Dat zijn 675 mensen per km2 – ongeveer 250 mensen minder dan in de provincie Noord-Holland. De druk op de ruimte in onze provincie is dus behoorlijk groot. Toch zijn we er in het verleden in geslaagd de verschillende functies zodanig te ordenen, dat Brabant nog opvallend veel waardevolle groene gebieden en een mooi landschap heeft. Het zal de opgave voor de komende jaren zijn, om de ruimtelijke kwaliteit te behouden en te versterken nu de druk van verschillende functies toeneemt. Bovendien zullen er functieveranderingen optreden. Zonnepanelen, windmolens en nieuwe woningen zullen plaats gaan innemen. Het heeft geen zin om dit soort ontwikkelingen in een dynamische provincie als de onze te verbieden. We zullen met elkaar moeten blijven zorgen voor een zeer goede ordening.

 Het probleem is niet de hoeveelheid functies als zodanig, het gaat om het inpassen van functies in het landschap met behoud van een aantrekkelijk leefklimaat met voldoende biodiversiteit en een prettige beleving. Om een dergelijke ordening tot stand te brengen pleit ik voor een kwalitatieve insteek door met elkaar een goede hoofdstructuur af te spreken. Er zullen gebieden zijn die beschermd moeten worden: natuurgebieden, historische waterloopgebieden, waardevolle kleinschalige landschappen. Ook de beste landbouwgebieden, die nodig zijn voor de productie van voeding of bio grondstoffen, zouden een status moeten krijgen in de ruimtelijke afweging. De minder aantrekkelijk ingerichte gebieden kunnen we met elkaar ontwikkelen, zodat de kwaliteit versterkt wordt. Dat geldt bijvoorbeeld voor traditionele bedrijventerreinen, en zelfs voor ‘verrommelde’ landbouwgebieden. Daar kun je nieuwe functies zodanig inbrengen dat de landschappelijke kwaliteit van het gebied toeneemt.

Verdozing

We zeggen dat economische ontwikkeling voor Brabant noodzakelijk is en we kunnen natuurlijk besluiten dat we bepaalde activiteiten hier niet willen. Daar betaal je dan de prijs voor. Maar het is net als bij judo; het is de kunst om de energie die op je afkomt op een goede manier te richten. Neem het toenemende aantal grote logistieke parken. Die groei is een gevolg van de mondiale ontwikkeling van de economie waaraan je je moeilijk kunt onttrekken; de assemblage van goederen en de distributie zijn uitermate belangrijk geworden. De Brabantse arbeidsmarkt biedt voor dit soort werk echter niet de geschikte medewerkers – die komen uit het buitenland. Ook de ruimtelijke kwaliteit van de distributiecentra roept veel reacties op. Over dat laatste aspect zouden we ons vooral druk moeten én kunnen maken. De logistieke ontwikkeling gaat namelijk gewoon door. Door echter niet onachtzaam om te gaan met de ruimte en hoge kwaliteitseisen te stellen aan locaties en uitstraling, kunnen we ook dit soort functies inpassen.

Appels en peren

In de periode van de pandemie hebben meer mensen te voet of op de fiets hun leefomgeving ontdekt. Nederland en ook Brabant bleken verrassend mooi zijn. Ik hoop natuurlijk dat mensen op die manier blijven genieten. In het landschap zit echter ook een romantisch beeld: mensen projecteren er hun herinneringen en emoties op en willen dat alles blijft zoals het in hun beleving altijd is geweest. Merkwaardig genoeg hebben veel mensen echter een weerstand tegen maatregelen in de ruimtelijke ordening om al dat moois te ontwikkelen en te behouden. Het is in dit speelveld dat de politiek bij uitstek de taak heeft om appels en peren te vergelijken: de emoties en belangen van burgers en de economische belangen van boeren en andere ondernemers.

Verdelingsvraagstukken

Het is een kerntaak van politici en bestuurders om de belangen van allerlei partijen op een verantwoorde wijze te managen. Dat betekent dat je af en toe leed moet toebrengen, omdat je het ene belang moet laten prevaleren boven het andere. Ruimte en financiële middelen zijn nu eenmaal schaars. De politiek heeft dus te maken met een verdelingsvraagstuk, waarin zij afwegingen behoort te maken. Daarbij kun je als bestuurder vrijwel nooit iedereen tevredenstellen. In het huidige tijdsgewricht is dat geen eenvoudige opgave, omdat de acceptatie van overheidsbesluiten geen vanzelfsprekendheid is. In dienst van de besluitvorming verdient de communicatie met en de participatie van burgers veel aandacht en de uiteindelijke besluiten moeten heel goed onderbouwd worden. Een praatcircus en mistige informatie zijn absoluut niet helpend.

Griesmeel

Als het gaat om de inrichting van de ruimte in Brabant is een vergelijking met griesmeelpap op zijn plaats: je kunt steeds griesmeel blijven toevoegen, maar op een gegeven moment stolt de pap. Je kunt heel lang functies toervoegen en nog steeds blijft het Brabantse landschap Brabants. Tot het op enig moment zo vol en ongestructureerd is, dat het te laat is. Je moet dus ontzettend opletten, want als functies op verkeerde plekken liggen, wordt het landelijke beeld van onze provincie verstoord. We zijn er tot nu toe in geslaagd om natuurgebieden en open ruimtes te creëren, waardoor je niet het gevoel hebt dat er hier zoveel mensen en bedrijven zijn. Maar het kan zeker gebeuren.

Verantwoord ruimtegebruik

Op dit moment is de groei van de bedrijventerreinen beperkt en kunnen we de klassieke bedrijventerreinen transformeren naar hoogwaardige campus voor de economie van de 21e eeuw met de andersoortige werkgelegenheid die daarbij hoort. Ook woningbouw vindt in toenemende mate plaats binnen de bebouwde kom. Die ruimte is wel wat moeilijker te vinden en het kost meer tijd om de locaties bouwrijp te maken, maar zo’n zorgvuldige benadering betekent het behoud van de kwaliteit van een kern én het buitengebied. Niet te ontkennen is dat de energietransitie, waarvoor windmolens en parken met zonnepanelen in het landschap verschijnen, een aanslag kan gaan vormen op de ruimte en het landschap. Maar we hoeven niet voor de makkelijke weg te kiezen. Want ook hier geldt dat met extra energie en geld kwalitatief hoogwaardiger oplossingen haalbaar zijn. Ook daarin heeft de politiek keuzes te maken: ‘Sommige dingen doen wij niet, ook al kost dat dan iets meer. Wij willen de ontwikkelingen die noodzakelijk zijn voor het algemene belang.’ Het is nu essentieel om helder de beoogde structuur en de bijbehorende kwaliteitseisen te bepalen. Dat lijkt moeilijker dan het is: wij mensen hebben gevoel voor wat kwaliteit is. Het is misschien nu iets duurder, maar op termijn levert het veel meer op voor onze mooie provincie.

Pieter van Geel is voorzitter van de Provinciale Raad voor de Leefomgeving Brabant. Voorheen was hij staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en gedeputeerde in Brabant. 

ArbeidsmarkInZicht.nl en BrabantAdvies halen de blik op van buiten. Negen experts – uit Brabant en breder – geven hun visie op de ontwikkelingen in coronatijd en bijbehorende herstelaanpak.

Wekelijks publiceren we de blogs op onze site en op ArbeidsmarktInZicht.nl,  vooruitlopend op het advies ‘Impactvol investeren’.