EEN STEVIGE EIGEN BRABANTSE KOERS
Geen business as usual
De opgaven en ruimteclaims in het landelijk gebied zijn groot en urgent. Uitdagingen worden steeds complexer en dringender. De tijd van ‘business as usual’ is voorbij, een fundamenteel andere aanpak is nodig. Ondertussen wordt de context er niet makkelijker op, zeker nu de voorziene financiering uit het Transitiefonds voor het BPLG vervalt. Wat is nodig om tot een fundamenteel andere benadering te komen en wat zijn drijvers voor verandering? Hoe kan de provincie binnen de onzekere kaders de transitie van het landelijk gebied verder brengen?
Eigen Brabantse koers
Weerstand is onvermijdelijk bij verandering en de polarisatie tussen natuur en landbouw krijgt in de media veel aandacht. Dat vraagt om oor en oog voor de zorgen van betrokkenen, maar ook om een koersvaste overheid en ruimte voor de positieve verhalen die nog te weinig podium krijgen.
We benadrukken dat het BPLG dé kans biedt de koers voor het landelijk gebied en de aanpak van urgente doelen samen met partijen te versnellen. Want de motor voor beweging ligt in de Brabantse gebieden. Aanhaken bij de energie van initiatiefnemers en agrarisch ondernemers is daarin cruciaal. We onderstrepen daarbij het belang van een stevige en realistische eigen Brabantse koers. Dat vraagt om een provincie die zelfbewust, samen met partners, verder werkt aan een nieuw richtinggevend verhaal voor de toekomst van het landelijk gebied.
De koers wijzigen in een complexe context
We constateren een aantal uitdagingen die de provinciale inzet verre van eenvoudig maken. Zo vraagt oplopende weerstand tegen verandering en discussie over beleid om een koersvaste overheid. Ook is door onzekere kaders en randvoorwaarden van het Rijk een strategie voor prioritering en fasering urgent en onvermijdelijk. We wijzen daarnaast op de complexe provinciale rol. Enerzijds is de provincie bewaker van technocratisch geformuleerde doelen en instrumenten. Anderzijds is ze gebiedspartner, die op basis van vertrouwen en inspiratie in samenwerking met partners tot gebiedsgerichte oplossingen komt. In het creëren van synergie tussen de top-down doelen en bottom-up gebiedsprocessen schakelt de provincie continu tussen deze rollen.
AANBEVELINGEN
De terugtrekkende beweging van Den Haag leidt tot vertraging en stilstand. Het risico dat de aanpak van urgente doelen op de lange baan komt is groot. Het is daarom noodzaak om met betrokken partijen, te beginnen met de Manifestpartners, in Brabant te komen tot een stevige en realistische eigen Brabantse koers. We geven hiervoor de volgende aanbevelingen mee.
1. De motor voor beweging ligt in Brabantse gebieden
Om de beweging naar een toekomstbestendig en gezond landelijk gebied op gang te krijgen is aanhaken bij de energie en het ondernemerschap van initiatiefnemers in het gebied cruciaal. Verwezen wordt naar het Groen Ontwikkelfonds Brabant dat met een uitnodigende werkwijze een inspirerende formule biedt. Ook is het maken van gebiedsperspectieven met gemeenten en waterschappen én met kennis van inwoners en ondernemers uit de gebieden cruciaal. Juist op gebiedsniveau komen vraagstukken over natuur, water, landbouw, gezondheid, recreatie, leefbaarheid en de verbinding tussen stad en platteland samen en wordt de puzzel op verschillende schaalniveaus gelegd: van perceel tot straatniveau en van buurt tot gebiedsniveau.
2. Verbinden met het narratief van het Brabants Ruimtelijk Voorstel
Focus op doelen van stikstof, natuur, water en bodem en perspectief voor de landbouw in het landelijk gebied is nodig. Maar tegelijkertijd óók kwetsbaar in de context van de bredere ruimtevraag in Brabant. De afweging met de stedelijke opgaven en stakeholders is essentieel voor een bredere borging van de doelen in het buitengebied. De verbinding met het Brabants Ruimtelijk Voorstel moet nu al invulling krijgen, zodat ook de opgaven van het BPLG een stevige positie krijgen.
3. Streef naar een gezonde leefomgeving
Een gezonde leefomgeving is méér dan een meekoppelend belang: het streven naar ‘steeds beter’ is een uitgangspunt en draagt bij aan draagvlak voor verandering. We pleiten niet zozeer voor meer harde normen, maar wel voor goede gebiedsgerichte afwegingen ervan.
4. Betrokkenheid ketenpartners is cruciaal
Het aansluiten bij de inzet van de gebiedspartners en de energie van ondernemers om de veranderingen vorm te geven is cruciaal. Verandering kan niet alleen uit de primaire sector komen, het is ook zaak om ketenpartijen te verbinden aan nieuwe verdienmodellen die in het buitengebied een plek krijgen. Zeker in de overgangsgebieden liggen er kansen om natuur en recreatie sterker met elkaar te verbinden en te investeren in een divers recreatief aanbod. Als gebiedsregisseur kan de provincie ketenpartijen bij elkaar brengen en initiatiefnemers verder brengen.
5. Creëer de juiste randvoorwaarden
De provincie moet invulling geven aan een aantal randvoorwaarden: een éénduidige ondersteuningsstructuur voor initiatiefnemers in de gebieden, met aandacht voor starters en het benutten van de kracht van collectieven. Een gezamenlijke grondstrategie met gemeenten en waterschappen om te kunnen sturen op de gebiedsontwikkelingen. En het helpen invullen van structurele vormen van ondersteuning van ondernemers voor het leveren van ecosysteemdiensten.
Meer informatie over het advies? Neem contact op met Ruud Leeijen.
Delen: