MER-advies Nieuwe waterwinning in Kruisland

Winput realiseren
Brabant Water wil op een locatie ten noordoosten van Kruisland winputten realiseren om grondwater op te pompen – tot een maximale capaciteit van 3,5 miljoen m3 per jaar – met een bijbehorend transformatorgebouw. Om het opgepompte grondwater te zuiveren, is de aanleg van een transportleiding naar het nabij gelegen productiebedrijf in Wouw nodig. Voor het besluit hierover wordt een milieueffectrapport (MER) opgesteld. De Provinciale Raad voor de Leefomgeving (PRL) is verzocht te adviseren over het MER.

Geloofwaardige stappen
De PRL pleit er in haar advies voor om stevig in te zetten op maatregelen die een duurzaam gebruik van grondwater en drinkwater bevorderen, zodat er in de toekomst daadwerkelijk minder grondwater onttrokken wordt. Geloofwaardige stappen in de gewenste koers op de korte termijn zijn dus nodig. Het plan van een nieuwe waterwinning in Kruisland vraagt daarom om een stevigere onderbouwing waarom het de meest geschikte oplossing is.

Alternatieve bronnen
De PRL benadrukt verder dat de provincie een regisserende rol heeft in de inzet van maatregelen zoals voorlichting over bewust en zuinig watergebruik, een prijsprikkel en het opslaan van grotere voorraden water. Ze roept de provincie en grondwaterpartners op tot volledige inzet op alternatieve bronnen om de (toekomstige) drinkwatervraag op te vangen, zoals via brakwater, oppervlaktewater, oevergrondwater en zeewater. Ook spreekt adviesraad zich uit over het gebruik van latente milieuruimte. Een helder beleid over het gebruik hiervan, ziet zij als belangrijke stap in de richting van een duurzamer milieu.

Voor de uitwerking van het MER geeft de PRL de volgende expliciete punten mee:

  1. Maak helder waarom uitbreiding van waterwinning noodzakelijk is. Onduidelijk is waarom andere alternatieven onvoldoende zijn om het drinkwatertekort in West-Brabant op te lossen.
  2. Maak resultaten voorstudies inzichtelijk. Laat zien hoe tot de keuze voor deze locatie is gekomen. Benoem daarbij ook onzekerheden in de modellering.
  3. Scherp de beoordelingscriteria aan. Maak onderscheid in de effecten in aanlegfase en gebruiksfase en vul aan met effecten op ecologische verbindingszones, karakteristieke natuur en landschapsstructuren.
  4. Besteed aandacht aan mitigerende maatregelen van milieueffecten.
  5. Maak grondwateronttrekkingen uit de omgeving inzichtelijk. Breng alle kleine onttrekkingen zo nauwkeurig mogelijk in beeld.
  6. Blijf in gesprek met de omgeving over de effecten van de ingreep.

Meer informatie over het advies: neem contact op met Ruud Leeijen, strategisch adviseur en secretaris van de PRL.

Delen: