Regionale meerwaarde bij grootschalige logistiek

Flinke vlucht grootschalige logistiek 

Ruimte in Brabant is zowel schaars als zeer gewild. We willen ruimte voor natuur en een fijne en gezonde leefomgeving, maar ook voor economische ontwikkeling en woningbouw. Daarnaast vragen verduurzaming en de transities om ruimte: er is plek nodig om materialen te recyclen, om nieuwe energieoplossingen aan te leggen, om hernieuwbare energie op te wekken. Brabant is bovendien goed gelegen voor (onder andere) logistieke vestigingen. Die sector nam de afgelopen jaren een flinke vlucht, en dat is zichtbaar in Brabant. De markt verwacht aanhoudende groei voor de logistieke sector en zou graag meer, vaak grootschalige, vestigingen zien in Brabant. Of bestaande logistieke locaties willen herontwikkelen en uitbreiden.  

Ondanks het economisch belang en de consumentenwaarde van grootschalige logistieke vestigingen hebben ze een flinke impact op de Brede Welvaart in de hele omgeving: op de leefomgeving an sich (de term ‘verdozing’ zegt het al), op de arbeidsmarkt (wie willen daar werken en waar gaan die werknemers wonen?), op publieke voorzieningen waarvan werknemers gebruikmaken, op de infrastructuur en bereikbaarheid: de lijst is lang.  

 Motie over regionale meerwaarde 

Met het oog op die grote impact legde de provincie met gemeenten en regio’s de afspraak vast dat regionale meerwaarde moet worden meegewogen in beslissingen rond planvorming, gronduitgifte en ontwikkeling van grootschalige logistiek. Ook Provinciale Staten wil weten hoe regionale meerwaarde kan worden geborgd, en diende onder andere een motie in over het in kaart brengen van de ‘draagkracht’ van Brabant voor grootschalige logistiek.  De vraag is echter hoe kan worden geborgd dat regionale meerwaarde goed wordt meegewogen in beslissingen. Hoe vul je regionale meerwaarde in, hoe stel je de stand van zaken rond een werklocatie (en de verwachtingen daaromtrent) vast, en hoe vertaal je het meewegen van regionale meerwaarde naar de besluitvorming in de praktijk? Voor gemeenten is dit niet eenvoudig, en de provincie heeft (nog) onvoldoende zicht op hoe gemeenten regionale meerwaarde in de praktijk invullen.  

Adviesvraag 

BrabantAdvies is gevraagd om allereerst in kaart te brengen hoe die weging in de praktijk plaatsvindt, en welke kansen en belemmeringen daarbij te identificeren zijn. Daartoe gaan we in gesprek met verschillende gemeenten, en brengen we de werking van de logistiekmarkt in kaart. Daarbij werken we samen met Stec Groep, gespecialiseerd in vraagstukken rond werklocaties.  De inventarisatie kan daarna dienen als basis voor verdere analyse over welk instrumentarium nodig is om regionale meerwaarde goed te borgen, in alle processen rond de (her)ontwikkeling van werklocaties.  

Begeleidingsgroep 

Tijdens het adviestraject betrekken we de vier raden van BrabantAdvies. Primair betrokken zijn de Provinciale Raad voor de Leefomgeving (PRL) en SER Brabant. Secundair betrokken zijn de Provinciale Raad Gezondheid (PRG) en de Young Professionals Brabant (YPB). Voor het traject organiseren we een begeleidingsgroep met leden uit de vier raden: Berend de Vries (PRL),  Mariëlle Overboom (PRL), Renée Hoekman (PRL), Dees Melsen (SER Brabant), Paul Teeuwen (SER Brabant), Leendert van Bree (PRG) en Ko Hamelink (YPB).

Planning 

We streven ernaar de inventarisatie rondom regionale meerwaarde eind oktober 2024 af te ronden. Deze afronding krijgt vorm in een rapport en/of stakeholderbijeenkomst. 

Meer informatie: Karin van Steensel en Ruud Leeijen 

 

Delen: